Skip to main content

Idonia Fraissinet, een gedreven vrouw

De wereld van Idonia V. 1.3, lees meer.

Idonia tekende al heel jong. Haar grootvader, Hendrikus Johannes Versnel was een gepassioneerd schilder die zijn werken als ze klaar waren, vernietigde omdat die te goed voor de wereld zouden zijn.

Na het overlijden van haar vader en haar huwelijk met mijn vader kreeg ze de kans om een academische opleiding te volgen. Tijdens die opleiding aan de Vrije Academie Amicitia, onder de oprichter/directeur Livinus van den Bundt leerde ze om met veel andere materialen te werken. Ze probeerde het schilderen, het etsen, linoleumsnedes en glasmozaiken. Na de leerperiode beperkte ze zich tot tekenen (en aquarelleren) en schilderen.

In 1954 exposeerde ze voor het eerst op de Haagse Salon in Pulchri Studio, met een vrije inzending, want ze was geen lid. In 1968 had ze voor het laatst een tentoonstelling.

In haar studiewerk wordt duidelijk op welke wijze haar tekeningen en schilderijen evolueerden. Vooral haar tekeningen in zwarten en witten waren bijzonder. Haar bomen, die eerst nog takken, takjes en blaadjes hadden versoberden tot de basisvormen en er nog een kale, dood lijkende, boom overbleef De kern van de levende boom. Ze vertelde me pas vrij kort voor haar dood in 2013 dat de boom de kunstenares zelf verbeelde. En, dat de kleine mensjes, geen mensjes waren, maar de taken die de kunstenares moest uitvoeren.

Dit wetende denk ik dat Idonia gewoon haar leven tekende. En, zoals in het leven altijd gebeurt, lopen er veel dingen door elkaar heen, soms leidt het tot iets, soms loopt het verloren in iets anders.

Idonia tekende en schilderde veel desolate landschappen waarin soms kleine mensaachtige figuurtjes te zien zijn. Landschappen met kale vlaktes en ruwe bergen. Soms met bouwsels, muren met gaten er in, mogelijk ramen.
Zowel haar schilderijen maar vooral haar tekeningen tonen een grote detaillering, die haar werk opvallend maken, zijn het op haar schilderijen de kleuren, op haar tekeningen de zwartingen waarbij ze alle technieken gebruikte.
Op de barre grond staan soms bomen, met kale takken. Leven en de gevolgen van het leven lijken er nauwelijks te zijn, maar toch zijn haar tekeningen haar leven.

Idonia vertelde dat ze per tekening er zeker een maand aan werkte. Ze werkte zo gedetailleerd dat ze zelfs een penseel gebruikte met slechts één haartje. Voor haar tekeningen gebruikte ze niet alleen haar penselen, maar ook een tekenpen en potlood. Ze bleef werken met inkt en water totdat de tekening was zoals zij het hebben wou. En pas dan signeerde ze haar werk.

Deze website is bedoeld om haar de plaats te geven in de kunstgeschiedenis die ze verdient. Aan het eind van de zestiger jaren van de afgelopen eeuw trok ze zich steeds meer terug, als gevolg van gebeurtenissen in haar leven.

Nu, in 2023, het Escher-jaar, is het juiste moment om haar opnieuw te leren kennen. Het maken van deze website heeft mijn inzichten, en mijn gevoelens, veranderd.

Alex Fraissinet.juni 2023.

Het leven van Idonia v1.3 , lees meer.

Idonia werd geboren in 1917, op 22 mei. Haar volle naam was Idonia Livina Versnel (Ina). Haar ouders, Bartholomeus Kornelis Maria Versnel en Elisabeth Debets, woonden toen aan de van Boetzelaerlaan op Scheveningen. Het was een moeilijke tijd, ook al was Nederland neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, er was gebrek. De Nederlandse samenleving verschilde toen nog sterk van de huidige vorm.

Op 17 juli 1919 werd haar zuster Wernarda Cornelia Versnel (Werna) geboren.

Op 15 oktober 1928 stierf haar moeder, onder dramatische omstandigheden, waardoor zij en haar zuster en zeker ook haar vader waarschijnlijk getraumatiseerd verder moesten leven. Samen met Werna moest ze enige tijd naar kostschool, toentertijd normaal, maar in de huidige maatstaven een strafoord. Pas toen haar vader hertrouwd was op 9 september 1929 met Maria Aleida Aalders kon zij en Werna weer thuis komen wonen. (1).

Idonia hield van tekenen, ze had aanleg, en ze kon haar gevoelens kwijt in haar tekeningen. Haar ervaringen brachten een eigen, unieke, vorm in haar tekeningen, hetgeen tijdens en na haar opleiding steeds duidelijk werd.

Ze groeide op tot een jonge vrouw, die bij haar vader, die bij de toenmalige PTT, nu KPN, op kantoor ging werken. Daar ontmoette ze een vriend van haar vader, Johan Christiaan (Joop) Fraissinet. De Tweede wereldoorlog was inmiddels uitgebroken.

Haar vader overleed op 11 oktober 1941, Idonia zat aan zijn bed toen hij stierf. Ze vertelde daarover dat hij toen hij stierf hij zijn hoofd draaide en daardoor haar aankeek. Idonia woonde toen nog bij haar vader en bleef daar na zijn overlijden wonen. Haar vader woonde toen aan de Torenstraat in Den Haag.

Zij trouwde met Joop op 17 april 1942 en kreeg twee kinderen, die beiden in de Tweede wereldoorlog geboren werden. Op 25 januari 1943 een dochter, Maria Aleida (Marijke, later Marije) Fraissinet en 5 april 1945 een zoon Alexandre Maria (Sander, later Alex) Fraissinet.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam het leven weer op gang. Idonia zorgde voor haar kinderen en toen de op 1 november 1947 door Livinus van de Bundt opgerichte Vrije Academie voor Beeldende Kunsten (Vrije Academie Amicitia) een tekenwedstrijd uitriep deed ze daaraan mee. De Academie was gevestigd in het gebouw Amicitia aan het Westeinde in Den Haag, waardoor ze letterlijk om de hoek woonde.

Tot haar verbazing won zij, tezamen met de kunstenaar Gerard ‘t Hart, de wedstrijd. Zij kreeg als prijs levenslang toegang en gebruik van de Vrije Academie. De andere (hoofd)prijs was een studiebeurs die de andere winnaar kreeg, zodat ook hij daar kon gaan studeren. In het boek Gerard ‘t Hart, een kunstenaarsbiografie door Kees Haak vertelt ze over die tijd.

Ze kreeg les van onder anderen de directeur van van de Vrije Academie, Livinus van de Bundt en de leraren Huub Hierck, Berserik. Ze ontwikkelde haar vaardigheden in tekenen, maar leerde ook te schilderen, te etsen en het maken van linoleumsnede’s.

Eind 1954 verhuisde de academie naar een oud schoolgebouw aan de Hoefkade 101 met acht lokalen. Zij bleef de lessen ook op de nieuwe locatie volgen.

Zij en Gerard studeerden samen, zij werden vrienden, een vriendschap die tot haar dood bleef voortbestaan. Ook exposeerden ze samen.

In augustus 1956 deed zij mee aan de 4e Haagse Salon in Pulchri Studio. In het verslag van C. Veth in de Haagse Courant van 7 augustus 1956 schreef hij over haar: "Iets luchtigs en vlugs pakt in het interieur, zowel als in de duinen van Idonia Fraissinet".

Helaas overleed op 23 juli 1957 haar echtgenoot. Ondanks dat ze alleen achter bleef, met twee kinderen, bracht ze het op om te blijven studeren aan de Vrije Academie.

Ze deed mee met de Haagse Salon 1957. In haar plakboek zat daarover een kritiek, helaas zonder vermelding van krant en recensist: "Het landschap en 't stadsgezicht blijven uiteraard amateurs en beroepsmensen aantrekken. Op de tentoonstelling is het op zijn mooist vertegenwoordigd door de schilderijen van het Griekse landschap door Hierck, maar er zijn voortreffelijke andere werken, bijvoorbeeld Strand en Kijkduin van Idonia L. Fraissinet, die ons troffen door de sterkte van de opzet en het gevoel voor eenzaamheid, levende eenzaamheid". (Huub Hierck was een van haar leraren aan de Vrije Academie).

Samen met Ad van Dijk en Frans de Haas had ze van 10 april 1958 tot en met 1 mei 1958 een expositie in de Vrije Academie voor Beeldende Kunsten toen aan de Hoefkade 101 te Den Haag. De recensist R. E. Penning schreef over haar: "Tenslotte treffen ook de schilderijen van Idonia Fraissinet door een eigen sfeer. Ze stellen meestal verlaten stranden voor waar hekken en bouwsels die als sombere silhouetten opdoemen, de moedeloosheid nog accentueren. Ook de fabrieken, haven- en stadsgezichten hebben diezelfde stemming die dus wel wat eenzijdig deze schilderkunst beheerst. Idonia Fraissinet zal de gevarieerde mogelijkheden van de olieverftechniet nog iets beter moeten leren beheersen alvorens ook haar "zieleroerselen" rijker schakeringen kunnen krijgen. In ieder geval een tentoonstelling die perspectieven voor de toekomst opent".

Zij exposeerde samen met Fernando de Nadal en Erna Posthuma in Kunstzaal "Het Center". De criticus J.V. schreef hier over: "Idonia Fraissinet is 'n Haagse schilderes van wie wij reeds eerder werk zagen. Naar aanleiding van zekere momenten in de realiteit bouwde zij haar taferelen op waarin een persoonlijke charme te ontdekken was, die o.i. een gevolg van haar combinatietalent was. Haar jongste werk is weer een samenvoeging, maar nu van surrealisme en decoratief stijlgevoel. Wel bleef ook hier de realiteit uitgangspunt , maar de persoonlijke indrukken b.v. een spaanse dans of van mooie muziek, kregen zulke uitzonderlijke verschijningsvormen die tegelijk figuratief zo beheerst zijn, dat de tekenkunst de overhand behield, tekenkunst van een artistieke vrije orde".

In kunstzaal Polder exposeerde ze ook, de volgende kritiek zat in haar plakboek: De schilderes Idonia Fraissinet is wel een merkwaardig genomeen in de Haagse kunstwereld. Zij beschikt niet over een groot natuurlijk talent en haar verbeeldingswereld is eenzijdig en beperkt. Desondanks weet zij met schilderijen, die een stereotiepe fantasiewereld uitbeelden, toch altijd weer te boeien en soms met middelen, die gevaarlijk dicht bij de kitsch komen. Maar dat laatste is misschien wel het boeiende. Haar landschappen geven een beeld van de desolate verlatenheid, die er na de laatste atoomoorlog op aarde zal heersen. Woestijnachtige leegten met hier en daar grillige rotsblokken of resten van vroegere beschavingen. Het sombere toekomstbeeld dus dat ons al zo dikwijls voor ogen wordt gehouden en waar niemand meer echt door wordt geschokt. Het is voor Idonia ook meer een romantisch spel, waarin zij vrijelijk haar rotspartijen, haar grillige wolkenluchten of vurige zonsondergangen kan te pas brengen in een bepaalde sfeer. Het is alleen verrassend dat zij dit afgezaagde thema en met middelen, die al een halve eeuw geleden door de eerste "metafysische" schilders en surrealisten werden toegepast, toch nog voldoende variatie en persoonlijke bezieling weet te geven om het aanzien waard te blijven. De wat drakerige dramatiek in combinatie met suikerzoete zonsonderganeffecten is bijzonder pikant. Ook de kleine tekeningetjes zijn dikwijls curieus en suggestief. Een kunst dus, die ondanks alle bezwaren, die het verstand er tegen in kan brengen, toch de diepere snaren van het gevoel wel raakt.

In 1960 of 1961 schreef de recensist Corn. Basoski in de Nieuwe Haagsche Courant een uitgebreid artikel over haar onder de titel Idonia Fraissinet verdient veel meer aandacht.

In november 1961 exposeerde ze in Galerie Loujetzky. R.E. Penning schreef hierover: Boeiende ideeënwereld van Idonia Fraissinet. Idonia Fraissinet heeft ideeen - dat blijkt duidelijk op de tentoonstelling van haar schilderijen en tekeningen in de Galerie Loujetzky. Enigszins in de geest van de "Metafysische" schilderkunst van Chirico en Carra, maar toch in een eigen stijl, weet zij haar ideeën ook wel pakkend in beeld te brengen, al toont de technische uitvoering nog wel zwakke plekken. Het grote schilderij "De Mens" is karakteristiek voor de gevoels- en gedachtenwereld van deze kunstenares. Men ziet hierop een eenzaam mensenfiguurtje staan op enorme steenblokken met het uitzicht op een onherbergzaam rotsmassief rechts en een stad links. De eenzaamheid van de mens in een chaotische en woeste natuur, zijn drang om te "bouwen", te scheppen, zijn utopische verlangens en dromen, vormen de motieven van Idonia Fraissinets werken. Behalve het hierboven beschreven schilderij zijn ook "De Inham", "Utopie", "Verlangen", "Het Licht" en "De Boom", typerende voorbeelden van haar kunst. Meestal is het hoofdmotief wel suggestief met enkele grote vormen - rotsblokken, een kale boom, een eenzame figuur - tot uitdrukking gebracht, doch in sommige details of in de gecompliceerde architectuur van een droomstad, schiet de vormgeving vaak te kort. De kleur is daarentegen een sterke troef in haar kunst - oranje, goudgele en roodbruine tinten contrasteren sober en doeltreffend met blauwen en groenen. Het gemis aan kleur maakt daarom dat in de tekeningen de technische zwakheden hinderlijker zijn dan in de schilderijen. Belangrijker dan deze bewaren is echter dat Idonia Fraissinet toch een boeiende verbeeldingswereld heeft weten te creeren. De expositie duurt tot 9 december.
In de Nieuwe Haagse Courant van 2 december 1961 vond de criticus: Idonia Fraissinet eerlijk maar zwak van vorm. Hier hebben we te maken met een kunstenares, den kennelijk vanuit een doorleefde verbeeldingswereld schept. Opvallend is dat, al is de vorm doorgaans zwak, het werk nochtans overtuigt van een eerlijk beleven. Waaraan kan men dit zien? Mogelijk aan de gespannenheid, die - hoe onvolkomen dikwijls - in ieder lijntje van de tekeningen aanwezig is; de tekeningen, die trouwens het beste gedeelte van haar totale inzending uitmaken. In het bijzonder "De Haven" is een mooi blad (no.6) en tevens een goed voorbeeld. Zodra mevrouw Fraissinet echter naar de kleur grijpt, krijgt de beschouwer meer moeite om haar zo maar voetstoots te waarderen. Dan vereist haar werk grotere aandacht, een aandacht die men maar al te graag zal schenken, al was het alleen maar om de trouwhartigheid waarmee de exposante te werk gaat. Wie de eenzaamheid vermag mee te voelen, die zij in de tedere uitbeelding van de figuur vastlegde in het goede schilderij "De Mens" is al een heel eind op weg ook het overige werk hier aanwezig met een intensere aandacht te beschouwen. Het van rijke kleuren verzadigde "Verlangen" zal verder een goede gids blijken te zijn een rondgang over deze tentoonstelling tot een genot te maken. Nogmaals, geen genot, omdat alles wat Idonia Fraissinet maakt nu van zo'n hoge orde is (stellig niet) maar meer om de geest die uit zulk werk spreekt. Het zijn eerlijke uitingen. Een ander ding bijv. "Het Licht" spreekt hier vooral van. Wie het sentiment mee kan voelen, zoals zij dit in die geheimzinnige spelongen geeft zal ervaren dat de schilderes naast haar redelijk gevoel voor kleur, in eerste instantie iemand is die háár metafysische wereld, zonder valse opsmuk of pathetiek, overtuigend op de beschouwer van haar werk weet over te brengen. Nu weten we heel goed dat zulke uitspraken vlugger gedaan worden dan waar gemaakt, maar gezien de vele mislukkingen, juist op dit gebied der beeldende kunst, is het onze stellige mening dat mevrouw Fraissinets uitingen een "langer leven" beschoren zijn dan hetgeen men doorgaans in deze sector onder de ogen krijgt. Het enige was wij haar zouden willen toewensen is, dat zij door gestage arbeid en studie, haar kennis van de anatomie o.a. uit zou bouwen een een stapje verder brengen.
Idonia exposeerde 18 schilderijen en 23 tekeningen.

Ze is nooit hertrouwd, wel ontmoette ze een andere kunstenaar Dook van Zwam, met wie ze uiteindelijk in 1967 is gaan samenwonen. Idonia sprak nooit over haar leven, incidenteel kon ze een opmerking er over maken. Ze bleef exposeren, in 1962 voor de tweede keer in Galerie Loujetzki, in 1963 samen met Gerard 't Hart in het tentoonstellingszaaltje "De Tolsteeg" in Gorkum, direct daarna gevolgd door een uitgebreidere tentoonstelling in de Agnietenkapel te Gouda.Deze tentoonstelling werd muzikaal geopne door Constant v.d. Wall jr. De dichter Henk Kooijman schreef daarover een gedicht voor Idonia: voorbij de mijlpaden van het ik (nr. 19).

Daarna werd zij in april/mei 1964 de eerste kunstenaar die exposeerde in Taveerne Tastevin in Leiden.
Ze werkte mee aan de kunstmarkt die ten bate van het Rode Kruis werd georganiseerd in Gouda.

In 1965 en 1966 exposeerde ze in Kunstzaal Polder. Gevolgd door een tentoonstelling in oktober 1966 in de expositieruimte van boekhandel Veldwijk te Waddinxveen. Het weekblad voor Waddinxveen kopte hierover: Idonia Fraissinet bij Veldwijk - ABeklemmende eenzaamheid in boeiend kleurenspel - Realisme en surrealisme, fantasie en werkelijkheid; het dwarrelt allemaal dooreen in het werk van de Haagse schilderes mevrouw Idonia Fraissinet.

In februari/maart 1967 exposeerde ze weer in Kunstzaal Polder. In juli van dat jaar exposeerde ze in Galerie L'Artiste te Geleen.

Idonia verhuisde in 1967 (?) naar Voorburg, waar ze gezamenlijk met Dook een maisonette had gekocht. Ook haar dochter en haar eerste kleinzoon verhuisden met haar mee. De eerste jaren na de verhuizing heeft ze nauwelijks gewerkt en pas nadat haar dochter was gaan samenwonen en trouwde had ze weer genoeg tijd, aandacht en energie om haar drang tot creeren weer uiting te geven. Ze heeft niet meer geëxposeerd.

In september/oktober had ze nog een kleine expositie in Galerie De Sfinx, in de Papestraat, Den Haag.

In 1971 of 1972 was er een voorstel om samen met Gerard 't Hart te exposeren in de Jferuzalemkapel te Gouda. Het enige wat ik hiervan in haar nalatenschap heb aangetroffen is een getypte versie van een uitnodiging, zodat ik er van uit ga dat dit niet gerealiseerd is.

In 1976 trouwde haar dochter en in 1981 haar zoon.

Laat in de 90er jaren moest ze stoppen met het schilderen omdat het lichamelijk te zwaar voor haar werd. Haar laatste schilderij kwam niet verder dan een eerste opzet.

Na het overlijden van Dook op 17 december 1982 bleef ze alleen.

Op 4 december 1996 overleed haar dochter.

Haar laatste schilderij bleef onafgemaakt en is daardoor het enige schilderij dat ze niet heeft gesigneerd. Ze bleef doorgaan met haar tekeningen en aquarellen totdat de gevolgen van de ziekte van Altzheimer het onmogelijk maakten. Dat moet in 2007 of 2008 geweest zijn.

Ze stierf op 5 maart 2013 en is begraven in Oud Eik en Duinen in Den Haag, weer vereenigd met haar echtgenoot in het familiegraf.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

(1) Idonia herinnerde zich het huwelijk van haar ouders als moeilijk. Haar vader was zo streng dat iedereen op hun tenen moesten lopen om hem niet te storen bij het lezen van de krant. Het trauma werd veroorzaakt doordat op een dag de politie binnenkwam en haar moeder arresteerde. Er werd een pistool en kogels gevonden. Haar moeder werd opgenomen in een psychiatrische inrichting in Wassenaar, waar ze het onmogelijke deed door zich te verdrinken in een met veel prikkeldraad afgezette vijver waar ze niet bij had kunnen komen.

Omdat haar vader niet voor de meisjes kon zorgen werden ze op een kostschool geplaatst, waar ze ongeveer een jaar bleven. De kostschool was een verschikking, de nonnen eisten onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Het onmenselijke regiem eiste van de kinderen dat, als ze tijdens het eten overgaven, ze hun eigen kots op moesten eten. Beide meisjes haatten de kostschool.

Pas toen hun vader hertrouwd was kregen de meisjes dat te horen, doordat hun vader met zijn nieuwe vrouw naar de school kwam en haar voorstelde als hun nieuwe moeder.

Idonia praatte alleen met haar zus er over, maar in gesprekken werd het soms zijdelings aangestipt waaruit bleek dat zij het haar vader enigszins vergeven had. Pas in de tachtiger jaren, toen ze spijsverteringsproblemen kreeg waardoor ze niet meer wilde eten, is ze uiteindelijk naar een psychiater verwezen, die de bron van haar angsten met haar kon bespreken en haar zin om te leven herstelde. Haar zuster heeft haar vader tot aan haar dood gehaat.

Haar zusje hield haar hele leven een trauma over waardoor ze zo’n grote hekel had aan mannen (waartoe ze zich wel aangetrokken voelde) dat ze de gedachte ontwikkelde dat alle mannen alleen maar wilden heersen. Deze gedachte was zo sterk dat ze haar zoontje Robbie die tussen 1947 en 1950 geboren moet zijn na enkele jaren niet meer om zich heen kon verdragen. Het kind werd in een kindertehuis geplaatst, waar hij na enige tijd over de balustrade van de verdieping naar beneden viel en overleed.

Pas toen ze aan Altzheimer leed kwam er een moment dat ik haar aantrof, huilend, op de bank, en ze me vroeg of haar moeder wel van haar gehouden had.

Alex Fraissinet.

Beoordelingen Idonia's werk op tentoonstellingen

Beoordelingen Idonia's werk op tentoonstellingen

Openingstoespraken bij vernissages

Openingstoespraken bij vernissages

Recensies

Recensies

 
 

Idonia Fraissinet, a passionate woman

The world of Idonia V 1.3, read more.

Idonia drew from a very young age. Her grandfather, Hendrikus Johannes Versnel, was a passionate painter who destroyed his works when they were finished because they were too good for the world.

After the death of her father and her marriage to my father, she was given the opportunity to receive an academic education. During her training at the Vrije Academie Amicitia, under the founder/director Livinus van den Bundt, she learned to work with many other materials. She tried painting, etching, linocuts and glass mosaics. After the learning period, she limited herself to drawing (and watercolor painting) and painting.

In 1954 she exhibited for the first time at the Haagse Salon in Pulchri Studio, with a free entry, because she was not a member. In 1968 she had an exhibition for the last time.

In her studies it becomes clear how her drawings and paintings evolved. Her drawings in black and white were especially special. Her trees, which at first still had branches, twigs and leaves, reduced to the basic forms and only a bare, dead-looking tree remained. The core of the living tree. She only told me shortly before her death in 2013 that the tree represented the artist herself. And that the little people were not people, but the tasks that the artist had to perform.

Knowing this, I think Idonia was just drawing her life. And, as always happens in life, many things get mixed up, sometimes it leads to something, sometimes it gets lost in something else.

Idonia drew and painted many desolate landscapes in which small humanoid figures can sometimes be seen. Landscapes with barren plains and rugged mountains. Sometimes with structures, walls with holes in them, possibly windows.
Both her paintings and especially her drawings show great detail, which make her work striking, it is the colors in her paintings, and the blacks in her drawings, where she used all techniques.
There are sometimes trees on the barren ground, with bare branches. Life and the consequences of life hardly seem to exist, yet her drawings are her life.

Idonia said that she worked on each drawing for at least a month. She worked in such detail that she even used a brush with only one hair. For her drawings she not only used her brushes, but also a drawing pen and pencil. She kept working with ink and water until the drawing was the way she wanted it. And only then did she sign her work.

This website aims to give her the place in art history she deserves. At the end of the 1960s, she withdrew more and more due to events in her life.

Now, in 2023, the Escher year, is the right time to get to know her again. Creating this website has changed my views, and my feelings.

Alex Fraissinet, June 2023.

The life of Idonia V 1.3, read more.

Idonia was born in 1917, on May 22. Her full name was Idonia Livina Versnel (Ina). Her parents, Bartholomeus Kornelis Maria Versnel and Elisabeth Debets, then lived at the van Boetzelaerlaan in Scheveningen. It was a difficult time, even though the Netherlands was neutral during the First World War, there was a shortage. At that time, Dutch society was still very different from its current form.

On July 17, 1919, her sister Wernarda Cornelia Versnel (Werna) was born.

On October 15, 1928, her mother died under dramatic circumstances, which probably left her and her sister, and certainly her father, traumatized. Together with Werna she had to go to boarding school for a while, which was normal at the time, but a detention center by today's standards. Only when her father remarried on September 9, 1929 to Maria Aleida Aalders could she and Werna return to live at home. (1).

Idonia loved to draw, she had talent, and she could express her feelings in her drawings. Her experiences brought her own, unique form to her drawings, which became clear during and after her training.

She grew up to be a young woman, who went to work in the office of her father, who was at the then PTT, now KPN. There she met a friend of her father, Johan Christiaan (Joop) Fraissinet. The Second World War had already broken out.

Her father died on October 11, 1941, Idonia was sitting at his bedside when he died. She said that when he died he turned his head and looked at her. Idonia was still living with her father at the time and continued to live there after his death. Her father then lived on the Torenstraat in The Hague.

She married Joop on April 17, 1942 and had two children, both of whom were born in the Second World War. On January 25, 1943 a daughter, Maria Aleida (Marijke, later Marije) Fraissinet and April 5, 1945 a son Alexandre Maria (Sander, later Alex) Fraissinet.

After the Second World War, life started again. Idonia took care of her children and when the Vrije Academie voor Beeldende Kunsten (Vrije Academie Amicitia), founded on November 1, 1947 by Livinus van de Bundt, declared a drawing competition, she took part in it. The Academy was located in the Amicitia building on Westeinde in The Hague, so she lived literally around the corner.

To her surprise, she won the competition together with the artist Gerard 't Hart. As a prize, she received lifelong access to and use of the Free Academy. The other (main) prize was a scholarship that the other winner received, so that he could also study there. In the book Gerard 't Hart, an artist biography by Kees Haak, she talks about that time.

She was taught by, among others, the director of the Free Academy, Livinus van de Bundt and the teachers Huub Hierck, Berserik. She developed her skills in drawing, but also learned to paint, etch and make linoleum cuts.

At the end of 1954, the academy moved to an old school building at Hoefkade 101 with eight classrooms. She also continued to attend classes at the new location.

She and Gerard studied together, they became friends, a friendship that lasted until her death. They also exhibited together.

In August 1956 she participated in the 4th Hague Salon in Pulchri Studio. In the report by C. Veth in the Haagse Courant of August 7, 1956, he wrote about her: "Something airy and quick catches the eye in the interior, as well as in the dunes of Idonia Fraissinet".

Sadly, her husband passed away on July 23, 1957. Despite being left alone with two children, she managed to continue studying at the Free Academy.

She participated in the Hague Salon 1957. Her scrapbook contained a criticism about this, unfortunately without mention of the newspaper or reviewer: "The landscape and the cityscape naturally continue to attract amateurs and professionals. At the exhibition it is best represented by the paintings of the Greek landscape by Hierck, but there are excellent other works, for example Strand and Kijkduin by Idonia L. Fraissinet, which struck us with the strength of the design and the feeling of solitude, living solitude". (Huub Hierck was one of her teachers at the Free Academy).

Together with Ad van Dijk and Frans de Haas, she had an exhibition from April 10, 1958 to May 1, 1958 at the Free Academy of Visual Arts at Hoefkade 101 in The Hague. The reviewer R. E. Penning wrote about her: "Finally, the paintings of Idonia Fraissinet also strike with their own atmosphere. They usually depict deserted beaches where fences and structures that loom like gloomy silhouettes accentuate the despondency. The factories, harbor and cityscapes have the same mood, which therefore dominates this painting somewhat one-sidedly. Idonia Fraissinet will not have to learn to master the varied possibilities of the oil painting technique a little better before her selen" could get richer shades. In any case, an exhibition that opens perspectives for the future".

She exhibited together with Fernando de Nadal and Erna Posthuma in Kunstzaal "Het Center". The critic J.V. wrote about this: "Idonia Fraissinet is a painter from The Hague whose work we have already seen. Based on certain moments in reality, she built up her scenes in which a personal charm could be discovered, which, in our opinion, was a result of her combination talent. Her latest work is again a fusion, but now of surrealism and decorative sense of style. However, here too reality remained the starting point, but the personal impressions, for example a Spanish dance or beautiful music, were given such exceptional forms that are at the same time figuratively so controlled that the drawing predominated, drawing of an artistic free order".

She also exhibited in art gallery Polder, the following criticism was in her scrapbook: The painter Idonia Fraissinet is a remarkable phenomenon in the art world in The Hague. She does not have great natural talent and her imagination is one-sided and limited. Nevertheless, she always knows how to fascinate with paintings that depict a stereotypical fantasy world and sometimes with means that come dangerously close to kitsch. But the latter is perhaps the most interesting. Her landscapes give an image of the desolate desolation that will reign on earth after the last nuclear war. Desert-like voids with erratic boulders here and there or remnants of past civilizations. So the gloomy picture of the future that we have so often been kept before our eyes and which no one is really shocked by anymore. For Idonia it is also more of a romantic game, in which she can freely use her rocks, her whimsical cloudy skies or fiery sunsets to create a certain atmosphere. It is only surprising that she still manages to give this hackneyed theme and with means that were already applied half a century ago by the first "metaphysical" painters and surrealists, enough variation and personal inspiration to remain worthy of respect. The somewhat drab drama in combination with sugar-sweet sunset effects is particularly spicy. The small drawings are also often curious and suggestive. An art, therefore, which, despite all the objections that the mind can bring against it, still touches the deeper strings of the feeling.

In 1960 or 1961, the reviewer Corn. Basoski in the Nieuwe Haagsche Courant an extensive article about her under the title Idonia Fraissinet deserves much more attention.

In November 1961 she exhibited in Galerie Loujetzky. RE. Penning wrote about this: Fascinating world of ideas of Idonia Fraissinet. Idonia Fraissinet has ideas - this is evident in the exhibition of her paintings and drawings at Galerie Loujetzky. Somewhat in the spirit of the "Metaphysical" painting of Chirico and Carra, but still in her own style, she also manages to portray her ideas in a catchy way, although the technical execution still shows weaknesses. The large painting "Man" is characteristic of the world of feelings and thoughts of this artist. It shows a lonely human figure standing on huge blocks of stone with a view of an inhospitable rock massif on the right and a city on the left. Man's loneliness in a chaotic and wild nature, his urge to "build", to create, his utopian desires and dreams, are the motifs of Idonia Fraissinet's works. Besides the painting described above, "The Cove", "Utopia", "Desire", "The Light" and "The Tree" are also typical examples of her art. Usually the main motif is suggestive with a few large shapes - boulders, a bare tree, a lonely figure - expressed, but in some details or in the complicated architecture of a dream city, the design often falls short. The color, on the other hand, is a strong asset in her art - orange, golden yellow and red-brown tones contrast soberly and effectively with blues and greens. The lack of color therefore makes the technical weaknesses more annoying in the drawings than in the paintings. More important than preserving these, however, is that Idonia Fraissinet managed to create a fascinating world of imagination. The exhibition will last until December 9.
In the Nieuwe Haagse Courant of December 2, 1961, the critic: Idonia Fraissinet was fair but weak in form. Here we are dealing with an artist who apparently creates from an experienced world of imagination. It is striking that, although the form is usually weak, the work nevertheless convinces of an honest experience. How can this be seen? Possibly because of the tension, which - however imperfectly often - is present in every line of the drawings; the drawings, which by the way make up the best part of her total entry. In in particular "De Haven" is a beautiful magazine (no.6) and also a good example. However, as soon as Mrs. Fraissinet takes hold of the colour, the viewer has more difficulty in appreciating her at face value. Then her work requires greater attention, an attention that one will be only too happy to give, if only because of the faithfulness with which the exhibitor proceeds. Anyone who is able to sympathize with the loneliness, which she captured in the tender portrayal of the figure in the good painting "The Man", is already well on the way to considering the other work present here with a more intense attention. The richly saturated "Desire" will also prove to be a good guide to make a tour of this exhibition a pleasure. Again, no pleasure, because everything Idonia Fraissinet makes is now of such a high order (certainly not) but more for the spirit that emanates from such work. They are honest statements. Another thing e.g. "The Light" especially speaks of this. Anyone who can sympathize with the sentiment, as she gives it in those mysterious caverns, will experience that the painter, in addition to her reasonable sense of color, is first and foremost someone who convincingly conveys her metaphysical world, without false frills or pathos, to the viewer of her work. knows how to convey. Now we know very well that such statements are sooner made than true, but in view of the many failures, especially in this field of the visual arts, it is our firm opinion that Mrs Fraissinet's expressions have a "longer life" than what is usually facing this sector. The only thing we would like to wish her is, that through steady work and study, she would expand her knowledge of anatomy, among other things, and take it a step further.
Idonia exhibited 18 paintings and 23 drawings.

She never remarried, but she did meet another artist Dook van Zwam, with whom she eventually started living together in 1967. Idonia never talked about her life, occasionally she could make a comment about it. She continued to exhibit, in 1962 for the second time in Galerie Loujetzki, in 1963 together with Gerard 't Hart in the exhibition hall "De Tolsteeg" in Gorkum, followed immediately by a more extensive exhibition in the Agnietenkapel in Gouda. This exhibition was musically recorded. by Constant v.d. Wall Jr. The poet Henk Kooijman wrote a poem about this for Idonia: Beyond the Milestones of the I (no. 19).

Then, in April/May 1964, she became the first artist to exhibit in Taveerne Tastevin in Leiden.
She participated in the art market organized in Gouda for the benefit of the Red Cross.

In 1965 and 1966 she exhibited in Kunstzaal Polder. Followed by an exhibition in October 1966 in the exhibition space of bookstore Veldwijk in Waddinxveen. The weekly magazine for Waddinxveen had a headline about this: Idonia Fraissinet bij Veldwijk - ABoppressive loneliness in fascinating play of colors - Realism and surrealism, fantasy and reality; it all swirls together in the work of the painter Mrs Idonia Fraissinet from The Hague.

In February/March 1967 she exhibited again in Kunstzaal Polder. In July of that year she exhibited in Galerie L'Artiste in Geleen.

In 1967 (?) Idonia moved to Voorburg, where she and Dook had bought a maisonette. Her daughter and her first grandson also moved with her. In the first years after the move she hardly worked and only after her daughter had moved in together and married did she have enough time, attention and energy to express her urge to create again. She has no longer exhibited.

In September/October she had a small exhibition in Galerie De Sfinx, in the Papestraat, The Hague.

In 1971 or 1972 there was a proposal to exhibit together with Gerard 't Hart in the Jferuzalem chapel in Gouda. The only thing I have found of this in her estate is a typed version of an invitation, so I assume that this was not realised.

Her daughter married in 1976 and her son in 1981.

In the late 1990s she had to stop painting because it became physically too much for her. Her last painting got no further than a first draft.

After Dook's death on December 17, 1982, she was left alone.

On December 4, 1996, her daughter died.

Her last painting was left unfinished and is therefore the only painting she did not sign. She continued with her drawings and watercolors until the consequences of Alzheimer's disease made it impossible. That must have been in 2007 or 2008.

She died on March 5, 2013 and is buried in Oud Eik en Duinen in The Hague, reunited with her husband in the family grave.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

(1) Idonia remembered her parents' marriage as difficult. Her father was so strict that everyone had to tiptoe so as not to disturb him when reading the newspaper. The trauma was caused by one day the police came in and arrested her mother. A gun and bullets were found. Her mother was admitted to a psychiatric institution in Wassenaar, where she did the impossible by drowning herself in a pond lined with barbed wire that she could not have reached.

Because her father could not take care of the girls, they were placed in a boarding school, where they remained for about a year. The boarding school was a horror, the nuns demanded unquestioning obedience. The inhumane regime required the children, if they vomited while eating, to eat their own vomit. Both girls hated boarding school.

It was only when their father remarried that the girls were told, because their father came to the school with his new wife and introduced her as their new mother.

Idonia only talked about it with her sister, but in conversations it was sometimes touched on sideways, which showed that she had somewhat forgiven her father. It wasn't until the 1980s, when she developed digestive problems that prevented her from eating, that she was finally referred to a psychiatrist, who was able to discuss the source of her fears with her and restore her will to live. Her sister hated her father until her death.

Her sister suffered a lifelong trauma that made her dislike men (to which she was attracted) so much that she developed the idea that all men just wanted to rule. This thought was so strong that after a few years she could no longer tolerate her son Robbie, who must have been born between 1947 and 1950. The child was placed in a children's home, where after some time he fell over the balustrade of the first floor and died.

It wasn't until she was suffering from Alzheimer's that there came a time when I found her crying on the couch and she asked me if her mother had loved her.

Alex Fraissinet.

Reviews Idonia's work at exhibitions

Reviews Idonia's work at exhibitions

Opening speeches at art galleries

Openingstoespraken bij vernissages

Reviews
Reviews

Auteursrechten voorbehouden
“Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze tekeningen, schilderijen, kunstwerken mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de de heer Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..”

Neem contact op voor een licentie voor uw specifieke gebruik.

Naar boven